Tekst bij de Adventkalender - met uitleg symbolen



De schuingedrukte teksten geven de uitleg weer.

1. De engel Gabriel  (een gehaakt engeltje)  -  Lucas 1:26-28
In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Het meisje heette Maria. Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen.


2.  De verloving (een ring)  -  Mattheus 1:18

 De afkomst van Jezus Christus was als volgt. Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige Geest.


3. Het lied wat Maria zong  (een muziekplaatje van internet, ik rolde hem op en deed er een dun ringetje omheen) -  Lucas 1:46-55

Maria antwoordde: "Ik prijs de Here met mijn hele hart! Ik kan mijn blijdschap niet op!
 God, mijn Redder, heeft aan mij gedacht. En ik ben maar een gewone vrouw. Nu zullen de mensen altijd en overal zeggen dat ik bevoorrecht ben, want de machtige, heilige God heeft grote dingen voor mij gedaan.
Hij is altijd goed voor mensen, die ontzag voor Hem hebben.
Hij heeft laten zien hoe groot en machtig Hij is. Hij heeft hoogmoedige mensen in verwarring gebracht en vorsten van hun troon gestoten. Maar gewone mensen zijn door Hem op een voetstuk gezet.
 Hij heeft hongerigen overladen met het goede en rijken met lege handen weggestuurd.
Hij heeft Zijn knecht Israël geholpen.
Hij is Zijn belofte niet vergeten, want hij had Abraham en zijn kinderen beloofd altijd goed voor hen te zijn."


4.  De engel  (vleugels, ik haalde ze van een vlinder voor in een kerststukje) -  Mattheus 1:20
“Een engel van de Heer  verscheen aan Jozef in een droom. De engel zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest.”


5.  Jezus redt   (een kruis, uit een kurk gesneden) -   Mattheus 1:21
“Maria is in verwachting door de Heilige Geest. Zij zal een zoon krijgen, die u Jezus moet noemen. Dat betekent 'God redt'.”


6.  Jezus zorgt voor een brug tussen de hemel (God) en de aarde (de mensen) - (een bruggetje uit een kurk gesneden) -  Mattheus 1:22-23

“Want Hij zal Zijn volk redden van de zonden. Daardoor zal in vervulling gaan wat God door de profeet Jesaja heeft gezegd: Een maagd zal een kind krijgen! En zij zal het kind Immanuël noemen. Dit betekent 'God is met ons."
Jesaja 7:14
Goed dan, de Here zal Zelf een teken vaststellen: Een maagd zal een kind krijgen! (B) en zij zal het kind Immanuël noemen (dit betekent 'God is met ons').
 
7. De stamboom van Jozef en David  (we zijn als schakeltjes en vormen een geheel; een stukje ketting van schakeltjes en een printje van een stamboom) -  Lucas 2:1-4

In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea; de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde.

8. De reis van Nazareth naar Bethlehem (een ezel of paardje)  -  Lucas 2:5

Samen met Maria, zijn zwangere vrouw, verliet Jozef Nazareth in Galilea om zich te laten inschrijven.

9. De leeuw staat voor het huis van Juda (Bethlehem ligt op het grondgebied van Juda; welpjes van de playmobil) -  Micha 5:1
 Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen.
Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer.


10. Baby Jezus (ik maakte de baby van wollen draad, zie deze link) -  Lucas 2:6-7

Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene.
  

11. Baby deken (een zacht doekje, misschien van een flanellen luier van de kinderen zelf van vroeger? Dit is er een van mijn man van vroeger, dat sprak de kinderen wel aan) -  Lucas 2:7

Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad.

12. Jezus is de Prins van Vrede  (een kroon, komt van de playmobil) -  Jesaja 9:5
Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven;
de heerschappij rust op zijn schouders.
Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Goddelijke held,
Eeuwige vader, Vredevorst.


13. Herders & schapen  (plukje schapenwol) -  Lucas 2:8-11

Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken.
De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de Messias, de Heer.


14. Een voerbak als wiegje  (plukje stro) -  Lucas 2:12


Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.


15. Een leger van engelen  (de ringetjes symboliseren de engelen, het trompetje de prachtige klanken; van de kringloop) -  Lucas 2: 13-14

En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft


16.  Het woord van God verspreiden en vertellen aan anderen (belletjes als symbool; van een kettinkje afgehaald) -  Lucas 2:15-18
Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze aan anderen wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden.

17. Knielen voor Jezus  (aarde of steentjes waarop je neerknielt; van de oprit) -  Psalm 95:6-7

Ga binnen, laten wij buigen in aanbidding, knielen voor de HEER, onze maker.
Ja, hij is onze God en wij zijn het volk dat hij hoedt, de kudde door zijn hand geleid.



18. Het hart van Maria  (zeephartje; beetje bijgesneden met een scherp mesje om passend te maken) -  Lucas 2:19-20, 33-35

Maria bewaarde al die woorden in haar hart en overdacht ze bij zichzelf. De herders gingen terug en prezen en loofden God om alles wat ze gehoord en gezien hadden; alles was zoals het hun gezegd was.


De vader en moeder waren verwonderd over wat er over hun kind gezegd werd. Simeon zegende hen en zei tegen Maria, de moeder: ‘Weet dat dit kind de val of de redding zal betekenen voor velen in Israël. Hij zal een teken zijn dat verzet oproept. Zo zullen de geheime gedachten van velen aan het licht gebracht worden. En u: een zwaard zal door uw hart gaan.’


19.  De naam van Jezus (het woord Jezus geprint) -   Lucas 2:21

Toen het kind acht dagen oud was, werd het besneden en het kreeg de naam Jezus. Dat was de naam die de engel genoemd had nog vóór zijn moeder zwanger werd.



20.  De duif  (veertjes of een kleine duif; ik trok de veertjes uit een kussen) -  Lucas 2: 22-24 en Lucas 3: 21-22

“Toen de tijd aanbrak dat moeder en kind zich volgens de wet van Mozes rein moesten laten verklaren, brachten de ouders hun kind naar Jeruzalem. Ze gingen het aan de Heer aanbieden, zoals de wet van de Heer voorschrijft: Elke eerstgeborene van het mannelijk geslacht moet de Heer worden toegewijd. Ook gingen ze het offer brengen dat de wet van de Heer voorschrijft: Een paar tortelduiven of twee jonge duiven.”

“Met alle anderen liet ook Jezus zich dopen. En terwijl hij bad, ging de hemel open: de heilige Geest daalde in zichtbare gedaante, als een duif, op hem neer en uit de hemel klonk een stem: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, de man naar mijn hart.”


21.  Openbaring van Jezus aan Simeon  (het heil is voor alle volken; plaatje van ‘de wereld’ van internet) - 
Lucas 2: 25-32

Nu woonde in Jeruzalem een zekere Simeon. Hij was een rechtvaardig en vroom man. Hij zag uit naar de dag waarop God zich over Israël zou ontfermen. De heilige Geest rustte op hem. En aan hem was door de heilige Geest voorspeld dat hij niet zou sterven vóór hij met eigen ogen de Messias had gezien die de Heer beloofd had.
Door de Geest gedreven ging Simeon naar de tempel. Toen Jozef en Maria het kind Jezus binnendroegen om te doen wat volgens de wet moest gebeuren, nam hij Jezus in zijn armen en God dankend zei hij:
‘Nu kunt u mij, uw dienaar, Heer, in vrede laten gaan,
zoals u hebt gezegd.
Want mijn ogen hebben uw heil gezien,
het heil dat u gereedhoudt voor het oog van alle volken:
een licht, voor andere volken een openbaring,
voor uw volk Israël hun glorie.’



22. De wijsheid en kennis van de wijzen (stukje goudkleurig band als symbool voor de wijzen) -  Mattheus 2:1-2


“Toen Jezus geboren was, in Betlehem in Judea, onder de regering van koning Herodes, kwamen er wijzen uit het Oosten in Jeruzalem aan.”
Zij vroegen: ‘Waar kunnen wij de pasgeboren koning van de Joden vinden? Want wij hebben zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hem te aanbidden.’


23.  De ster (van de kringloop)  -  Mattheus 2:9-10

“Nadat ze geluisterd hadden naar wat de koning hun opdroeg, gingen ze op weg. En nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was. Toen ze dat zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde.”



24.  Jezus krijgt geschenken (3 'geschenken' van ingepakte vierkante kralen, ik heb er nog een playmobil mandje bijgedaan) -  Mattheus 2:11

“Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich neer om het eer te bewijzen. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het kind geschenken aan: goud en wierook en mirre.”










Geen opmerkingen: